⌂GlucoHorse

Mok, immuun gerelateerd

Immuunsysteem

Tot nog toe hebben we in verband met mok uitsluitend gesproken over externe ziektekiemen. Parasieten, bacteriën, schimmels. Allemaal externe factoren, die het paardenlichaam van buitenaf aanvallen. Soms echter komt het kwaad (ook) van binnenin. In een aantal gevallen heeft mok namelijk te maken met een verstoord immuunsysteem. Tenminste, dat denken wetenschappers toch.

Onderbeenvasculitis

Soms heb je een paard met mok dat absoluut niet reageert op de traditionele behandelingen. In zo'n geval moet je misschien denken aan onderbeenvasculitis. Strikt gesproken is onderbeenvasculitis geen mok. Het gaat namelijk niet om een dermatitis, maar wel om een vasculitis van de koot. Met andere woorden, geen ontsteking van de huid, maar wel een ontsteking van de kleine bloedvaten onder de huid. De term onderbeenvasculitis werd bedacht door prof. M. Sloet (Utrecht), maar is buiten Nederland nauwelijks bekend. De rest van de wereld spreekt over leucocytoclastic pastern vasculitis. Dat leucocytoclastic slaat dan weer op het feit dat bij een biopt, onder de microscoop, witte bloedcellen worden gevonden die op een bepaalde karakteristieke manier aan het afsterven zijn. Zo'n biopt is de enige betrouwbare manier om de diagnose onderbeenvasculitis te stellen.

Op het eerste zicht lijkt onderbeenvasculitis erg goed op klassieke mok. Alleen zitten de korsten en letsels doorgaans op de zijkant van het been, en niet in de kootholte zelf. Die letsels zijn rond, bijzonder pijnlijk, en kunnen met de tijd groter worden. Dikwijls is het been fors gezwollen, wat tot kreupelheid kan leiden. Meestal zijn alleen witte benen aangetast. En opvallend, het probleem verergert onder invloed van zonlicht. Wetenschappers gaan er van uit dat het om een overdreven reactie van het immuunsysteem gaat, al is dat voor het ogenblik nog weinig meer dan een hypothese.

GlucoHorse | Wit onderbeen van een paard, met onregelmatige roze plekken, korstjes, en afschilferende huid.

Onderbeenvasculitis komt bijna uitsluitend voor op witte benen onder invloed van zonlicht. De aangetaste plekken kunnen bijzonder pijnlijk zijn.

Onderbeenvasculitis wordt behandeld met corticosteroïden. Corticosteroïden hebben een dubbel effect. Ze remmen de ontsteking, en onderdrukken het immuunsysteem. Jammer genoeg hebben cortico's ook de nodige bijwerkingen, zodat het belangrijk is om met een zo laag mogelijke dosering een zo groot mogelijk effect te bereiken. Daarnaast moet het getroffen been afgeschermd worden van zonlicht. Dat kan door bijvoorbeeld bandages, of speciale onderbeensokken te gebruiken.

Sarcoïdosis

Sarcoïden zijn huidtumoren, die bij paarden met enige regelmaat opduiken. Okee, het is verwarrend, maar sarcoïdosis heeft daar niets mee te maken. Sarcoïdosis is een ontstekingsziekte, die gekenmerkt wordt door de vorming van "bolletjes" (granulomen) op de huid en in diverse andere organen. Die bolletjes bestaan uit allerhande cellen betrokken bij het afweersysteem (macrofagen, T-lymfocyten), maar typisch is de aanwezigheid van reuscellen met meerdere kernen. Met een huidbiopt kan de diagnose met vrij grote zekerheid worden gesteld.

GlucoHorse | Wit onderbeen van een paard, met onregelmatige roze plekken, korstjes, en afschilferende huid.

Gelokaliseerde sarcoïdosis op het onderbeen van een paard. De huid schilfert af, en ook de kroonrand is aangetast.

Van sarcoïdosis bestaat een algemene vorm, waarbij vrijwel alle organen aangetast worden. Gelukkig komt deze vorm bij paarden maar zelden voor. Nog altijd zeldzaam, maar iets couranter, is een gelokaliseerde vorm. De sarcoïdosis blijft dan beperkt tot één onderbeen. Het beeld is dat van een huidontsteking, met een schilferende huid en veel haaruitval. Dikwijls is ook de kroonrand aangetast.

Net zoals onderbeenvasculitis wordt ook sarcoïdosis behandeld met cortico-steroïden. Bij veel paarden met goede resultaten. Toch zijn er ook gevallen waar de sarcoïdose niet of nauwelijks op steroïden lijkt te reageren. Omgekeerd komt in één enkel geval ook spontane genezing voor.

Wat is de oorzaak van sarcoïdose? Dat weten we nog lang niet. Het zou om een auto-immuun ziekte kunnen gaan, waarbij het eigen afweersysteem het lichaam aanvalt. Of om een overdreven reactie van het immuunsysteem op de één of andere ziektekiem. In dat verband is wel eens gedacht aan Mycobacterium tuberculosis. Hoe de vork precies aan de steel zit zal verder onderzoek moeten uitwijzen.

CPL

Om af te sluiten moeten we het nog hebben over CPL, ofwel Chronisch Progressief Lymfoedeem. CPL is een ziekte die zeker in het beginstadium sterk lijkt op mok, maar waarschijnlijk meerdere oorzaken heeft. De aandoening komt bijna uitsluitend voor bij zware rassen met veel behang, zoals trekpaarden, Tinkers, en Friezen.

Chronisch Progressief Lymfoedeem is de lelijkste, en waarschijnlijk ook de meest pijnlijke vorm van mok. De beelden tonen CPL op een geschoren onderbeen met (a) het beginstadium, met enkele huidplooien op de achterkant van de koot, (b) een gevorderd stadium, met verdikte huidplooien over de achterkant van koot en pijpbeen, en (c) het laatste stadium, met huidplooien over zowel de voor- als de achterkant van het sterk gezwollen onderbeen, en talrijke nodules.

CPL begint in de kootholte, maar schuift gaandeweg over het onderbeen omhoog. Hoewel alle benen aangetast kunnen zijn, komt CPL toch het meest op de achterbenen voor. In het eerste stadium zijn schilfers en korsten zichtbaar. De huid verdikt, en er beginnen zich ribbels en huidplooien te vormen. Dikwijls is dat onder het behang van de paarden nauwelijks zichtbaar. De schade wordt pas duidelijk als de koot wordt geschoren. Lymfevocht stapelt zich op onder de huid. In eerste instantie is de zwelling nog zacht en indrukbaar. Daarna worden de plooien alsmaar harder als gevolg van fibrosis. De zwelling wordt forser, zodat de gewrichten nog nauwelijks afgetekend zijn, en het been een cylindervormig uitzicht krijgt. Nog later ontstaan er kloven tussen de huidplooien. Er verschijnen nodules die zo groot kunnen worden als een golfbal, en soms samengepakt zitten als een tros druiven. De harde huidplooien en nodules hinderen het paard in beweging en raken gemakkelijk beschadigd, wat dan weer tot secondaire infecties kan leiden. Ook de groei van de hoeven raakt verstoord, en veel paarden ontwikkelen rotstraal.

Over de oorzaak van CPL wordt nog druk gespeculeerd. Aangezien CPL bijna uitsluitend bij zware rassen voorkomt, is het best mogelijk dat er een genetische factor meespeelt. Het zou kunnen gaan om een hyper-allergische reactie op herhaalde besmetting met mijten. Of om een auto-immuun ziekte. Onderzoek heeft aangetoond dat er bij paarden met CPL te weinig elastine, dan wel afwijkende elastine aanwezig is in het onderhuidse weefsel en rond de lymfevaten. De afvoer van lymfe wordt hierdoor vertraagd, en valt uiteindelijk nagenoeg helemaal stil. Jammer genoeg is er tot nog toe geen adequate behandeling gevonden. CPL is niet te genezen, en eindigt meestal met euthanasie.

Share on Facebook
Tweet
Pin it
Send email