⌂GlucoHorse

Lentegras: de gevaren voor je paard

De lente is in 't land. De dagen worden langer, de zon schijnt, en het gras gaat groeien. Fijn voor mensen, én voor paarden. Eindelijk kunnen ze weer zonder beperkingen het land op. Weidegang is goed voor paarden. Paarden moeten veel en vrij kunnen bewegen. Dat houdt ze gezond. Daarnaast zijn paarden sociale dieren, en contact met soortgenoten hebben ze absoluut nodig. En tenslotte biedt weidegras een goede, natuurlijke en relatief goedkope voeding.

Weidegang is op allerhande manieren goed voor een paard. Toch brengt lentegras ook risico's met zich mee.

Toch brengt het lentegras ook risico's met zich mee. Paarden krijgen tijdens de wintermaanden een rantsoen dat in hoofdzaak uit hooi, kuil en krachtvoer bestaat. Voer dat relatief 'droog' is, relatief weinig suikers en redelijk veel vezels bevat. Met lentegras ligt dat helemaal anders. Lentegras bevat veel minder droge stof, meer suikers, en minder vezels. Het is vooral de overgang van het ene naar het andere rantsoen die voor problemen kan zorgen.

Rest van het artikel overslaan, en direct naar de tips onderaan ? Klik hier.

Droge stof

In droge stof uitgedrukt eet een paard per dag 2 tot 3% van zijn eigen lichaamsgewicht. Alleen, het drogestofgehalte van gras ligt vier tot vijf keer lager dan dat van hooi. Dat maakt een enorm verschil. Een paard dat per dag 15kg hooi eet, moet 75kg gras binnenwerken om aan dezelfde hoeveelheid droge stof te komen. Wat automatisch betekent dat zo'n paard ook een grote hoeveelheid vocht, zeg maar water opneemt. Daar komt dus die 'grasbuik' vandaan.

Eiwit en vezels

Daarnaast bestaat jong lentegras vooral uit blad, en weinig stengel. Met andere woorden, het bevat veel eiwit maar weinig vezels. Dat eiwit is op zich geen probleem. Het lichaam heeft hoe dan ook eiwit nodig om te groeien en zich te herstellen. Toch is een té grote opname van eiwit niet ideaal. Het doet de nieren extra werken, en kan indirect tot gewichtstoename leiden. Het tekort aan vezels daarentegen kan behoorlijke problemen veroorzaken. Het versnelt de vertering, en in combinatie met de grote vochtopname kan dat voor dunne mest of diarree zorgen. Diarree is bij paarden geen onschuldig dingetje, en voorkomen blijft beter dan genezen.

GlucoHorse | Schematische voorstelling van fotosynthese.

Planten gebruiken zonlicht en kooldioxide om zuurstof en suikers te produceren. Dat proces heet fotosynthese.

Suikers

Het grootste gevaar van lentegras zit echter in de aanwezige suikers. Gras gebruikt lichtenergie en water om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten. Dat heet fotosynthese. Klinkt ingewikkeld, maar het betekent eenvoudig dat gras zon en water gebruikt om suikers aan te maken. Die suikers (glucose, sucrose en fructose) dienen dan weer als bouw- en brandstof voor de plant.

Paarden kunnen suikers goed verteren. Dat gebeurt met behulp van enzymes in de dunne darm. Alleen, grote hoeveelheden snelle suikers opnemen kun je maar moeilijk gezond noemen. Dat zorgt namelijk voor forse schommelingen in de bloedsuikerspiegel, wat dan weer gelinkt wordt aan het ontstaan van insulineresistentie. Bij paarden die insuline resistent zijn, of lijden aan verwante ziektes als Equine Metabolic Syndrome of PPID, kunnen grote hoeveelheden suikers hoefbevangenheid veroorzaken.

Daarnaast vormen suikers een bron van energie. Niet verbruikte energie wordt door het lichaam opgeslaan als vet. Lentegras is op die manier een echte dikmaker, en ook bij paarden is overgewicht uit den boze.

Suikergehalte varieert

De hoeveelheid suiker in gras kan door het jaar heen sterk variëren. Een eerste piek is meetbaar begin april, een tweede piek volgt half mei. Vanaf half juni begint de hoeveelheid suiker in het gras snel terug te lopen. Niet alleen tijdens het jaar, maar ook over 24 uur wisselen de suikergehaltes. Gras heeft zonlicht nodig om suiker aan te maken. Geen zon, geen suiker. Wat betekent dat er tijdens een bewolkte dag weinig suiker geproduceerd wordt, en 's nachts helemaal geen. Omdat de plant hoe dan ook suiker blijft verbruiken, ligt de suikerconcentratie het laagst in de vroege ochtend.

Wel, dat laatste klopt niet altijd. Is het overdag zonnig maar 's nachts erg koud, dan stopt de groei van het gras. De suikers worden dan niet gebruikt maar wel opgestapeld. Op die manier kan er 's morgens net erg veel suiker in het gras zitten. Op dat scenario komen we straks nog even terug.

Fructaan

Wel eens van gras met stress gehoord ? Het bestaat. Gras raakt "gestressed" als het op de één of andere manier belemmerd wordt in zijn groei. Als het bijvoorbeeld erg koud is. Of net verschrikkelijk droog en heet. Of als er maar weinig voedingsstoffen in de bodem zitten. Of als de grasmat constant kort wordt afgegraasd. Raakt gras gestressed, dan gaat het de suikers (die toch niet voor groei gebruikt kunnen worden) omzetten in fructaan. Fructaan is een oligosaccharide, een meervoudig koolhydraat. Het doet dienst als een soort reservetank. Verbeteren de omstandigheden, dan kan het gras de voorraad fructaan aanspreken om een snelle groeispurt in te zetten.

Hoefbevangenheid

Op zich is er niets verkeerd met fructaan. Integendeel, het is een voedingsstof voor allerhande nuttige bacteriën in de blinde en de dikke darm. Je zou het makkelijk als een soort prebioticum kunnen gebruiken. Het probleem zit in de hoeveelheden. Fructaan wordt afgebroken door bacteriën, en daarbij worden melkzuur en vluchtige vetzuren geproduceerd. De vluchtige vetzuren worden omgezet in energie. Het melkzuur dient als voedingsstof voor weer andere bacteriën. Alleen, krijgt een paard massaal veel fructaan binnen, dan kunnen de bacteriën het melkzuur niet snel genoeg verwerken. De Ph in de darm daalt, en de omgeving wordt zuurder. Bepaalde families van bacteriën kunnen in zo'n zure omgeving niet leven. De bacteriën sterven af, met als gevolg dat gifstoffen in het bloed terecht komen. Precies dat kan verschrikkelijk snel leiden tot hoefbevangenheid.

Koliek en diarree

Grote hoeveelheden fructaan in het gras brengen niet alleen een risico op hoefbevangenheid met zich mee. Omdat de darmflora verstoord raakt, en het evenwicht tussen de verschillende families van bacteriën zoek is, loopt ook de normale spijsvertering in het honderd. Dat verhoogt het risico op koliek en diarree.

Voorzorgen

Daarmee zijn de gevaren van lentegras zo ongeveer opgesomd. Welke voorzorgen kun je nemen om de risico's zoveel mogelijk te beperken ?

  • Laat de overgang geleidelijk verlopen !

    De overgang van winter- naar zomerrantsoen is erg belangrijk. Als die overgang abrupt gebeurt zijn de risico's op allerhande vervelende bijwerkingen erg groot. Gebeurt de overgang geleidelijk, dan krijgt het paard de kans om zich aan te passen aan het nieuw rantsoen, en zijn de risico's veel kleiner.

  • Zet je paard in het begin alleen 's morgens op de weide !

    Bij normale weersomstandigheden ligt het suikergehalte in gras 's morgens het laagst. Zet je paard de eerste paar weken dan ook alleen 's morgens op de wei. Zeker bij paarden met insulineresistentie, Equine Metabolic Syndrome of PPID beperkt dat het risico op hoefbevangenheid.

  • Let op het weer !

    Als het overdag zonnig is maar 's nachts koud (vijf graden boven nul of minder), stapelen suikers én fructaan zich op in het gras. Ook en zelfs vooral 's morgens. Grote hoeveelheden fructaan kunnen bij om het even welk paard hoefbevangenheid veroorzaken. Bij dit soort weer is het verstandig om je paard voorlopig op stal te houden, of de weidegang sterk te beperken. De fructaan-index van hoefnatuurlijk.nl geeft een idee van de mogelijke hoeveelheid fructaan in gras (link).

  • Hou het gewicht van je paard in de gaten !

    Lentegras is een onverbiddelijke dikmaker. Voor je het beseft is je paard obees. Hou dus het gewicht goed in de gaten. Zodra er teveel kilo's bijkomen zul je de weidegang toch moeten beperken.

Share on Facebook
Tweet
Pin it
Send email