⌂GlucoHorse

Artrose bij paarden: botwoekering

Bij artrose wordt de goede werking van het gewricht compleet verstoord. Het kraakbeen raakt beschadigd. Het oppervlak wordt ruwer, en de laag kraakbeen dunner. De veerkrachtige werking gaat voor een groot stuk verloren. Het gewricht krijgt op die manier veel hardere schokken te verwerken.

Gewricht van een paard met beschadigd kraakbeen, botaangroei en ontsteking van het gewrichtskapsel.

Het gewricht kan die hardere schokken niet aan, zodat er eerst irritatie ontstaat, en vervolgens een ontstekingsreactie op gang komt. Als gevolg van de ontsteking verliest het gewrichtskapsel zijn elasticiteit. Het lichaam produceert meer gewrichtsvloeistof, maar die vloeistof wordt dunner en waterachtig. Het kraakbeen krijgt onvoldoende bouw- en voedingsstoffen aangevoerd. Het kan zich niet meer herstellen, verliest snel zijn kwaliteit, en verdwijnt meer en meer. Uiteindelijk wrijven de (harde) botten rechtstreeks tegen elkaar.

De krachten die inwerken op het gewricht worden niet langer gelijkmatig verdeeld. Het bot probeert dit te compenseren door zijn draagvlak te verbreden, en beenachtige uitgroeisels te vormen. Op rx-foto's is dat te zien als haken en botwoekering. Voor het paard is bewegen ondertussen een pijnlijke aangelegenheid geworden. Goed presteren, ook op bescheiden niveau, is voor een paard met (niet behandelde) artrose onmogelijk. Zelfs de dagelijkse weidegang brengt pijn en ongemak met zich mee.

Gewricht van een paard in het ergste stadium van artrose. De uiteinden van het bot wrijven direct tegen elkaar.

Artrose is meestal een direct gevolg van slijtage. Vroeg of laat krijgen (vrijwel) alle paarden er mee te maken. Sportpaarden lopen echter een hoger risico, omdat hun bewegingsapparaat telkens opnieuw zwaar wordt belast. Zelfs als een paard op lager niveau presteert, mag de impact van training en competitie niet worden onderschat. Maar ook paarden die uitsluitend recreatief, of voor de fokkerij worden gebruikt, kunnen na verloop van tijd artrose krijgen.

Niet alleen slijtage kan het kraakbeen beschadigen. Dat kan ook gebeuren door overbelasting van één bepaald gewricht (bv. door een verkeerde beenstand), door OCD, of door een ongelukkige blessure. Tenslotte spelen ook erfelijke factoren een rol. Bepaalde paarden zijn veel gevoeliger voor artrose dan anderen.

Share on Facebook
Tweet
Pin it
Send email