Net als bij mensen is ook bij paarden het gewrichtskraakbeen niet bezenuwd, en niet doorbloed. Toch kan glucosamine het kraakbeen bereiken, en wel via de gewrichtsvloeistof. Glucosamine verbetert namelijk net de kwaliteit van die gewrichtsvloeistof. Dat heeft een dubbel effect.
© www.LuDa-Stock.deviantart.com
Gezonde gewrichtsvloeistof is dik en stroperig. Bij artrosepaarden daarentegen is de gewrichtsvloeistof dun en waterachtig, zodat zowel de smering als de vering van het gewricht verloren gaan. Krijgt een paard glucosamine, dan kan het lichaam dankzij de aangeboden GAG's opnieuw gewrichtsvloeistof van betere kwaliteit aanmaken. Die betere gewrichtsvloeistof zorgt voor een betere smering. Dat heeft dan weer voor gevolg dat stukje bij beetje de irritatie vermindert, de ontstekingsactiviteit afneemt, de zwelling terugloopt en de pijn (tot op zekere hoogte) verdwijnt.
Eén keer het gewricht tot rust is gekomen, zorgt de hogere kwaliteit van de gewrichtsvloeistof ervoor dat het kraakbeen ook beter gevoed wordt. Het kraakbeen krijgt namelijk zijn voeding via de gewrichtsvloeistof. Dankzij die betere voeding wordt de alsmaar verder gaande gewrichtsbeschadiging, die typisch is bij artrose, afgeremd of zelfs volledig stilgelegd.
Het is goed om te beseffen dat het effect van glucosamine afhangt van de hoeveelheid resterende kraakbeencellen. Als er geen kraakbeen meer aanwezig is in een gewricht, kan het toedienen van glucosamine daar weinig aan veranderen. Met andere woorden, het is erg belangrijk om tijdig met de behandeling te beginnen. Bij sportpaarden die zwaar worden belast, kan glucosamine best preventief worden ingezet.